Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Rĕcĭprŏco

betekenis & definitie

(1);

1. trans., weer terugbrengen, terugwenden, omwenden, heen en weer bewegen, animam, uit- en inademen, ademhalen, Liv., quinqueremem in adversum aestum reciprocari non posse, Liv., inz. reciprocari = ebben, reciprocari mare coepit, Curt., in motu reciprocando, bij de eb, Cic. | overdr., si quidem ista sic reciprocantur, ut etc., indien althans een zodanige wederkerige werking plaats vindt, dat enz., Cic.
2. intr., heen- en terugvloeien, -stromen, op- en afgolven, eb en vloed hebben, stijgen en vallen (van de golven).

< >