Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Intersum

betekenis & definitie

fŭi, esse

1. pers., ertussen zijn, - liggen, absol., Liv., m. inter, Cic.; overdr., (van de tijd) daartussen verlopen zijn, - liggen, absol., Cic., m. inter, Cic. | verschillen, zich onderscheiden, hoc, daarin, Ter., c. gen., van, Cic., m. ab, Cic., alqd interest inter, er bestaat verschil tussen enz., Cic., in his rebus nihil omnino interest, bestaat in ’t geheel geen onderscheid, Cic. | tegenwoordig zijn bij, bijwonen, deelnemen aan, absol., Cic., m. in c. abl., Cic., c. dat., Cic.
2. impers., interest, het is van belang, - van gewicht, er is aan gelegen, het scheelt, verschilt.

< >