Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Incultus

betekenis & definitie

I. incultus, a, um

1. eig., onbewerkt, onbebouwd, ongebaand, vand. ook = eenzaam; onverpleegd, onverzorgd, verwilderd, verwaarloosd.
2. overdr., onbeschaafd, zonder beschaving, ongepolijst, onbehouwen, verwilderd, ruw.

II. incultŭs, ūs, m. het niet onderhouden, verwaarlozing.

< >