ussi, ustum (3);
1. uitbranden.
2. geheel verbranden, afbranden, in de as leggen. | (van vergif enz.) uitbijten, verteren; doen verdrogen, uitdrogen. —
3. (van brandende dorst) kwellen, doen versmachten; in gloed zetten, verhitten. | overdr., (van liefde) doen ontbranden.