Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Dīversus

betekenis & definitie

(dīvorsus), p. adi.

I. vaneengekeerd, -gewend, d. i.
a. naar twee of meer -, naar verschillende richtingen (zijden) gekeerd, - gewend, - gaande, de ene hierheen, de andere daarheen, diversi pugnabant, Caes., diversi abeunt, Liv., ubi plures diversae semitae erant, uit elkander liepen, Liv., praegn., proelium, op verschillende plaatsen geleverd, Caes., fuga, naar verschillende kanten, Liv., Curt.; subst., in diversa (in verschillende richtingen) abire, Iust | overdr., met zich zelf oneens, wispelturig, metu ac libidine divorsus agebatur, Sall.; subst., in diversum auctores trahunt, utrum . . . an, zijn het niet eens, Liv.
b. van elkaar gescheiden, -verwijderd, de een hier, de ander daar, ieder afzonderlijk, diversi audistis, Sall., sive iuncti unum premant, sive id diversi gerant bellum, Liv., (van plaatsen) diversos inter se aditus habere, Cic. | overdr., onenig, componere diversos, Tac.

II. naar een andere kant -, ergens anders heen gekeerd (gewend), -gaande, dikwijls = af-, zijwaarts

a. eig., quo diversus abis? Verg., diversi flebant servi, ter zijde gewend, Ov.; (van plaatsen) diversis a flumine regionibus, Caes., iter a proposito diversum, een geheel andere, Caes. | praegn., naar een andere zijde -, ter zijde gelegen, afgelegen, van de weg liggend, regio a se diversa, Liv., arva diversa Aetnae, Ov., colunt (wonen) discreti ac diversi, Tac., subst., diverso terrarum distineri, in afgelegen landen verwijderd gehouden worden, Tac.; naar de tegenovergestelde richting gewend, - lopend, op de andere zijde -, tegenover gelegen, - zich bevindend, tegenovergesteld, anguli maxime inter se diversi, Cic., ter roe quas duo diversa maria amplectuntur, Liv.; subst. in diversa, Tac., per diversum ire, Tac., e diverso hostibus, tegenover de vijanden, Iust.
b. overdr., tot de tegenstanders behorend, (in de oorlog) = vijandelijk, acies, Tac., subst., ex diverso, Tac.; (in de staat), factio, tegenpartij, Suet., evenzo pars, Iust | afwijkend, verschillend, een andere, praegn. als synoniem van contrarius, geheel verschillend, tegenovergesteld, ab his longe diversae litterae, Sall., diversum est huic eorum vitium, qui etc., Quint., en subst. diversa praesentibus, Vell., diversa inter se mala, luxuria atque avaritia, Sall.; absol., varia et diversa studia



et artes, Cic., diversa sibi consilia, Caes., ut par ingenio, ita morum diversus, van een ander karakter, Tac., subst. in diversum mutare, Curt., diversa (verschillende belangen) induere, Tac., per diversa, om geheel verschillende redenen, Tac.

< >