Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Confirmo

betekenis & definitie

1. eig., vastmaken, bevestigen, versterken, sterken, confirmare se of confirmari, op zijn verhaal komen, aansterken, Cic.

2. overdr., in ’t alg., versterken, bevestigen, vaststellen, bekrachtigen, his confirmatis rebus, goed geregeld, Caes. | in ‘t bijz., iemds moed versterken, iemd moed of zelfvertrouwen inboezemen, - inspreken, troosten, geruststellen, animum, se, Cic., milites, Caes., iemd in zijn gezindheid, of in zijn trouw versterken, insulas, Nep., homines, Caes., iure iurando inter se, Caes.; bewijzen, staven, aantonen, vand. in 't alg. vast, onder ede enz. verzekeren, bezweren, alci alqd, Cic., de alqa re, Cic.

< >