velli en vulsi (volsi), vulsum (volsum) (3),
1. in ’t alg., af-, los-, uitrukken, ook overdr., quae avelli inveterata non possunt, Cic.
2. praegn., wegrukken, met geweld scheiden, verwijderen, avulsus a meis, uit de kring der mijnen, Cic., templo Palladium, ontvreemden, Verg.; (uit een toestand) rukken, alqm ab errore, Cic.; ontrukken, ontfutselen, lucrum, Cic., rus ab alqo, Ter.
