Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Ădĭgo

betekenis & definitie

ēgi, actum (3), ergens heen-, ergens indrijven, (van levende wezens) arbitrum (= ad arb.) alqm, voor de scheidsrechter brengen, dagvaarden, Cic.; (van zaken) turrim, vooruitschuiven, Caes., tigna, inheien, Caes., telum, ergens heen slingeren, Caes., ensem, ergens in stoten, Verg., vand. vulnus, slaan, toebrengen, Verg., Tac. | overdr., iemd tot iets drijven, brengen, overhalen, dwingen, alqm ad iusiurandum, of alleen iusiurandum, Caes., en iureiurando of sacramento, Liv., iemd de eed afnemen, beëdigen, trouw doen zweren; zo ook alqm in alcs verba iusiurandum of alleen alqm in verba alcs, iemd voor een ander de eed afnemen, iemd trouw doen zweren aan een ander, Caes., en in het pass., adigi sacramento alcs of pro alqo en in verba alcs, iemd trouw zweren, iemd huldigen, Tac., Suet.

< >