(1881), Duits wijsgeer. Eerst aanhanger van Schopenhauer en E. v.
Hartmann. Wendde zich daarna tot de mystiek en het Boeddhisme, terwijl in zijn laatste geschriften christelijke gedachten een belangrijke plaats innemen. Hoofdwerk: Gestaltwandel der Götter. Schreef verder o.a. Zur Metaphysik des Tragischen, Ver ewige Buddha, Menschwerdung.