Afkorting van popular art, voor het eerst gebruikt door de Engelse kunstcriticus L. Alloway.
In 1955 werd de term in verband gebracht met het werk van de Independent Group in Londen, o.w. Hamilton en Paolozzi. Het werk van de popkunstenaar geeft een beeld van de moderne samenleving die beheerst wordt door de technologie. Onafhankelijk van Engeland ontwikkelde zich in Amerika een zelfde kunst. Kunstenaars o.w. Lichtenstein, Warhol en Oldenburg verbeeldden de alledaagse realiteit van onze consumptiemaatschappij. De popkunstenaar tracht elke emotionele reactie met het kunstwerk te vermijden. Hij maakt gebruik van onpersoonlijke objecten. Wat dit aspect betreft staat de pop-art lijnrecht tegenover het abstract expressionisme, zie schilderkunst – Engeland - popart
zie schilderkunst – fluxus happening
zie schilderkunst – Amerika - popart
zie schilderkunst - realisme
zie schilderkunst - individualisten
zie twintigste eeuw – tweede helft – schilderkunst – samenvatting.