Geelzucht; ziektebeeld gekenmerkt door de verspreiding van galpigment in bloed en lichaamsweefsels.
Alsem (Artemisia absinthium); ook absint, aalst.
De bladeren. 1% infuus, 10 minuten laten trekken. Twee tot vijf lepels daags. CONTRA-INDICATIE: bij aandoeningen aan het spijsverteringskanaal en bij plethora (= volbloedigheid).
Artisjok (Cynara scolymus): de gekweekte artisjok.
De bladeren (dus niet de gegeten vlezige bloemschubben). 4% decoct, 15 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Cichorei (Cichorium intybus); ook suikerij, wegenwachter.
De wortel, bitterpee geheten. 6% decoct, 5 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Distel (Cnicus benedictus): de gezegende distel, benedictenkruid.
De bladeren en de bloemen. 2% infuus, 10 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Erwt (Cicer arietinum): de kekererwt; ook sisser.
20% decoct, 3 tot 4 uur laten koken. Drie of vier kopjes daags. Ook eten in de vorm van puree.
Gentiaan (Gentiana amarella).
De gehele plant. 4% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Gouwe (Chelidonium majus): de stinkende gouwe; ook goudkruid, schelkruid, ogenklaar.
De wortel, goudwortel of zwaluwwortel genoemd. Drie kopjes daags. (Voorzichtig! Grotere doses kunnen vergiftigingsverschijnselen veroorzaken.)
Hulst (Ilex aquifolium); ook steekpalm.
De schors. 3% infuus, 25 minuten laten trekken. Twee of drie kopjes daags.
Muisdoorn (Ruscus aculeatus); ook kleine steekpalm.
De wortelstok. 6% decoct, 5 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Noteboom (Juglans regia).
De bladeren. 2% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Ogentroost (Euphrasia officinalis): de stijve ogentroost; ook ogenklaar, klaaroog.
De gehele plant. 3% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Vlier (Sambucus nigra): de gewone vlier; ook vledder.
De schors. 6% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Winde (Convolvulus arvensis): de akkerwinde; ook wrange.
De bladeren. 5% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
