Volbloedigheid; overvloed van bloed in het organisme.
Aalbes (Ribes nigrum): de zwarte aalbes.
6% infuus, 20 minuten laten trekken. Twee of drie kopjes daags.
Artisjok (Cynara scolymus).
De bladeren (dus niet de gewoonlijk gegeten vlezige bloemschubben). 5% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Kervel (Anthriscum cerefolium): de gewone kervel; ook tamme –, soep-, moeskervel.
Het bovengrondse deel van de verse plant. Dagelijks 50 tot 100 g kervelsap.
Kruisbes (Ribes uva-crispa): de wilde besseboom.
De gelei van de rijpe vruchten. Lepelsgewijs, opgelost in dranken.
Linde (Tilia platyphylla); de grootbladige linde.
4% infuus, 20 minuten laten trekken. Twee of drie kopjes daags, buiten de uren van de maaltijden.
Melisse (Melissa officinalis): de citroenmelisse; ook citroenkruid, bijenkruid, bijenblad.
De bladeren en de bloeiende toppen. 3% infuus, 10 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Mierik (Cochlearia armoracia).
De wortel, mierikswortel of peperwortel geheten. 4% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Slangewortel (Calla palustris).
De wortelstok. 2% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Ui (Allium cepa); ook ajuin, siepel.
De bol. Rauwe ui eten. Beginnen met een ui per dag en de dosis vermeerderen tot drie, vier uien daags.
Vrouwemantel (Alchemilla vulgaris); ook mantel van freya, leeuwklauw.
De bladeren. 6% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Wouw (Reseda luteola): de wilde wouw; ook verfwouw, reseda.
De bloeiende toppen. 6% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.