v. -en:
1. van vorderen (I.): vooruitgang, voortgang: maakt hij vorderingen?
2. van vorderen (II.): eis; rechtsvordering; requisitoir: ik heb een schuldvordering ten laste van hem; België: een vordering in kort geding; burgerlijke vordering, tot herstelling van geleden schade; publieke vordering, tot toepassing van straffen.