1. Fr., bw. (tegenover);
2. Fr., v.(zit, plaats tegenover een ander; rijtuig met twee zitbanken tegenover elkander);
3. m. en v. (tegenover elkaar zittende personen): die heer was aan tafel, mevrouw in ‘t rijtuig mijn vis-à-vis; lees viez-a-vie.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
1. Fr., bw. (tegenover);
2. Fr., v.(zit, plaats tegenover een ander; rijtuig met twee zitbanken tegenover elkander);
3. m. en v. (tegenover elkaar zittende personen): die heer was aan tafel, mevrouw in ‘t rijtuig mijn vis-à-vis; lees viez-a-vie.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: