Gepubliceerd op 11-11-2021

verkeren

betekenis & definitie

verkeerde, h. (1, 2), i. (3) verkeerd (1 omgang hebben; 2 zich bevinden in; 3 veranderen):

1 hij verkeert aan het hof, heeft toegang, komt; hij verkeert met mijn nicht, a) is verloofd met, b) vrijt; waar men mee verkeert, wordt men mee geëerd;
2 in slechte omstandigheden verkeren;
3 zegsw. het kan verkeren, spreuk van Bredero (1585–1618); vreugde kan verkeren in droefheid, liefde in haat.