bn., bw. (1 boven iets anders uitstekend; 2 fig. zich boven het gewone verheffend, voortreffelijk):
1 het bestuur zat op een ietwat verheven plaats; verheven beeldwerk, zie r e l i ë f 1;
2 verheven stijl, verheven ernst, verheven daden, glorievol; verheven denken, niet alledaags; daar ben ik boven verheven, daar sta ik te hoog voor.