Gepubliceerd op 11-11-2021

veel

betekenis & definitie

I. v. velen; zie v e d e l.

II. telw. m e e r, m e e s t:

1 bijvoeglijk: vele mensen; er zijn veel appels aan die boom, een grote hoeveelheid; meer appels dan peren; hij haalde de meeste punten; te veel; zeer veel; veel te veel; hij is hier te veel, overbodig; zo veel je wilt; hij heeft wat te veel, nl. gedronken; dat heeft veel van afzetterij, lijkt op;
2 zelfst. vele, veel dingen; velen, vele mensen; Velen zijn geroepen, weinigen uitverkoren; dat is niet veel zaaks, betekent weinig; veel, dat; het vele dat;
3 bijwoord: veel wandelen; ik kom er veel.