Gepubliceerd op 11-11-2021

stijl

betekenis & definitie

I. m. stijlen, stijltje (1 schrijfstijl, schilderstijl of bouwtrant, de eigenaardige manier, waarop een schrijver zich uitdrukt, of waarop een kunstenaar, een kunstschool, een volk hun schoonheidsideeën uitdrukken en zich daardoor van anderen onderscheiden; 2 tijdrekening):

1. de stijl van Hooft, de Moorse stijl, de stijl van meubelen; briefstijl, kanselstijl, koopmansstijl;
2. de Oude Stijl; de Nieuwe Stijl; zie Juliaanse kalender en Gregoriaans 1.

II. m. stijlen, stijltje (pilaar, draagbalk, stut; plantk. het [lang gerekte] gedeelte van de stamper tussen vruchtbeginsel en stempel[s]: de vier stijlen van een ledikant, de twee van een deur).