Gepubliceerd op 11-11-2021

radicaal

betekenis & definitie

Fr. radical van Lat. radix = wortel

1. bn., bw. (wat de grond of wortel ener kracht of eigenschap uitmaakt; ingeworteld; grondig, diep); een radicale hervorming, genezing; iets radicaal bederven, in de grond; de vriendschap radicaal afbreken, volkomen;
2. m. radicalen (lid van de partij, die een grondige herziening van de staatswetten beoogt in zeer vooruitstrevende zin);
3. o. radicalen (verzuurbare basis van de zuren; hoofdvereiste, grondeigenschap; bevoegdheidsbewijs, diploma, bul); het radicaal van arts, leraar enz.