Gepubliceerd op 11-11-2021

plukken

betekenis & definitie

plukte, h. geplukt (1 van een tak een stengel afbreken, losmaken; 2 van de veren ontdoen; fig. geld aftroggelen; 3 vlokjes afhalen):

1. appels, kersen plukken, bloemen plukken; fig. de vruchten van zijn arbeid plukken, de voordelen van zijn arbeid genieten;
2. een kip plukken; fig. ze zullen me op die fancy-fair plukken;
3. de zieke deed niets dan aan de dekens plukken.

< >