Gepubliceerd op 11-11-2021

pater

betekenis & definitie

m. (Lat.) patres, (Ned.) paters, patertje (Lat. eig. vader, ook, als aanspreking: geestelijke ener R.-K. orde): pater-rector, overste in een Jezuïetenklooster; pater-gardiaan, idem, in een Franciscanenklooster; pater familias, huisvader; een patertje langs de kant, a) beginregel van het liedje bij een bekende reidans, b) de reidans zelf; zie ook patres.