Gepubliceerd op 11-11-2021

lucht

betekenis & definitie

I. v., inz. bet. 2, 6, 7 luchten:

1. gas, voornamelijk uit stikstof en zuurstof bestaand: het soortelijk gewicht van lucht; samengeperste lucht;
2. het geheel van genoemde stof, dat de aarde omgeeft, een gedeelte er van boven een bepaalde plaats of streek; dampkring: blootgesteld aan de lucht; de lucht wordt ijler bij het opstijgen; in de lucht springen, vliegen; met zijn benen in de lucht, in de hoogte; in de lucht zweven, a) boven het alledaagse verheven, b) onzeker zijn; in de lucht schermen, zie schermen(3); dat hangt in de lucht, a) is onzeker, b) dreigt los te komen; uit de lucht komen vallen, geheel onverwachts komen; de kou is uit de lucht, fig. er is geen gevaar meer; Z.-N. uit de lucht vallen, onthutst zijn; zie ook: grijpen, kasteel;
3. deel van de dampkring onmiddellijk bij de aarde, inz. in een zekere streek; atmosfeer: droge, verse, zuivere lucht; de lucht in ziekenzalen verversen; verandering van lucht;
4. hoeveelheid ingeademde lucht in bet. 1; adem: geen lucht krijgen; iem. lucht geven, fig. opluchten; aan zijn gemoed lucht geven, uiten, wat daarin omgaat; aan zijn tranen lucht geven, ze laten vloeien; lucht scheppen, fig. zich uiten;
5. buitenlucht: behoefte hebben aan lucht; lucht happen; inz. als verkleinw. collectief: een luchtje scheppen, wat frisse lucht buiten inademen, een kleine wandeling doen;
6. uitspansel: blauwe lucht; er is geen wolkje (of: vuiltje) aan de lucht, zie wolk; het onweer is niet van de lucht, fig. er dreigen voortdurend onaangenaamheden; een gat in de lucht slaan, de handen ineenslaan van verwondering, hoogst verwonderd zijn; schilderk. de lucht van dat landschap is mooi;
7. wolkgevaarte; zwerk; bui: er hangt daar een zwarte lucht;
8. damp: een dik-warme lucht van vettig eten;
9. reuk, geur; stank: een lucht van zwavel, gas, tabak; de hond kreeg de lucht van het wild; de lucht krijgen van, fig. kennis krijgen van; daar is een luchtje aan, die zaak is niet pluis;
10. wijnhandel: gas, dat zich ontwikkelt door de verbranding van gezwavelde repen: een hele riem lucht is nodig voor deze Bordeaux; nog: dat zit in de lucht, a) van een ziekte, b) dat is zo de geest van de tijd; een andere lucht opzoeken, klimaat (zie bet. 3);

II. bn.; luchtig: een lucht jasje; een luchte kamer, licht, vrolijk; iets lucht opnemen, licht; met luchte zwier, los.