Gepubliceerd op 11-11-2021

liefelijk

betekenis & definitie

I. bn. (1 vriendelijk, aanminnig enz., inz. ir.; 2 een vriendelijke, zachte, bekoorlijke indruk makend):

1. mijn liefelijke neef Nurks;
2. het liefelijk gezang van de nachtegaal; een liefelijke geur.

II. bw. (op een wijze, die een vriendelijke, zachte, bekoorlijke indruk maakt): zijn oog werd liefelijk gestreeld door de zachte tinten.