Gepubliceerd op 11-11-2021

kussen

betekenis & definitie

I. kuste, heeft gekust; een kus, kussen geven, drukken op: zijn kind kussen, iems. hand kussen.

II. o. -s; min of meer vierkante, met dons, kapok enz. opgevulde zak om op te zitten, het hoofd te laten rusten enz.: beddekussen, hoofdkussen, zitkussen, stoelkussen; (Z.-N.) kantkussen: zegsw. op het kussen zitten, lid a) van de raad, b) van een bestuur; ook: op het kussen komen.