v. —bessen (blauwzwarte bes van de jenever struik; jeneverstruik; ook Z.-N.
aalbes);
jeneverfles, v. -flessen;
jeneverlucht, v.;
jenevermoed, m.;
jeneverneus, in bet. 1 m., in bet. 2 m. en v. jeneverneuzen (drankneus, rode neus; persoon met zo’n neus);
jeneverstoker, m. -s; zie brander;
jeneverstruik, m. -en (struik, heester, die de jeneverbessen oplevert; Lat. juniperus communis; Z. -N. aalbeziestruik); zie g e b e i d.