Gepubliceerd op 11-11-2021

jammerlijk

betekenis & definitie

1 bn. (1 beklagenswaardig, deerniswaardig, ietwat vero.; ook, verachtelijk; 2 betreurenswaardig; droevig; treurig, naar, miserabel):

1 o, jammerlijke vrouwe! die jammerlijke Franskiljon!
2 een jammerlijke toestand; een jammerlijk uiteinde; jammerlijke gevolgen; op jammerlijke wijze om het leven komen;
2 bw. (1 op een betreurenswaardige, erbarmelijke enz. wijze; 2 hartbrekend): 1 jammerlijk teleurgesteld; jammerlijk verlegen; te jammerlijk om het leven gekomen;
2 jammerlijk weeklagen.