Gepubliceerd op 11-11-2021

gloeien

betekenis & definitie

gloeide, h. gegloeid (1 in rode of witte gloed zijn door verhitting; uitstralen van licht en warmte bij sterk verhitte lichamen; zonder vlam branden; 2 fonkelen, schitteren;een roodachtige glans uitstralen; fig. blaken, branden; 3 sterk verhitten, zeer heet maken):

1. de kachel staat te gloeien; de handen kunnen gloeien, b.v. door wrijving;
2. de ogen van een koortslijder gloeien; fig. hij gloeit van verontwaardiging; wiens hart voor land en koning gloeit, (Volkslied); z. alpengloeien;
3. het ijzer gloeien.