Gepubliceerd op 11-11-2021

genadeslag

betekenis & definitie

m. (1 eig. de slag, waarmede de beul een einde maakte aan het leven van een gefolterde; hij uitbr. de laatste slag, waarmee iem. wordt afgemaakt; 2 de laatste ramp, die iem., die reeds op een zware proef gesteld is, of iets, wat hem betreft, te gronde richt):

1. iem. de genadeslag geven, v. dieren: het aangeschoten wild, de genadeslag toebrengen;
2. de dood van haar zoon was voor haar de genadeslag.