Gepubliceerd op 11-11-2021

ernst

betekenis & definitie

m. (1 stemming, geneigdheid tot plichtsbetrachting, overpeinzing; tegenstelling van spot, scherts, lichtvaardigheid; 2 iets, dat men niet voorwendt; 3 iets, dat men niet licht moet tellen):

1. de ernst moet het leven zijn onzer ziel; zegsw. de ernst des levens, de tot nadenken en plichtsbetrachting stemmende levenservaringen;
2. het is mij ernst, ik meen het werkelijk; ik denk er in ernst aan, te vertrekken;
3. het leven zou in het vervolg ernst voor hem zijn.