Gepubliceerd op 11-11-2021

erf

betekenis & definitie

I. v., volksnaam van de murik, muur.

II. o., erven (eig. erfdeel, in deze bet. vero.: 1 streek of land, dat een volk gedurende een

aantal geslachten bezeten heeft en bewoond, in verheven stijl; 2 grond (omheind) behorende bij en gelegen om een huis inz. een boerenwoning):

1. het erf der vaderen, vaderland;
2. huis en erf; de kippen lopen op het erf; de hekdeur van het erf stond open; België: rechtst. besloten erf, omheind; ook: de grond behorende bij een huis in O.-I.: Perzische rozen, bloeiende op hun erf; oude vorm erve, v.

< >