Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie S
- speelgenoot
- speelgoed
- speelhol
- speelhuis
- speeljacht
- speelkaart
- speelkwartier
- speelman
- speelnoot
- speelplaats
- speelpop
- speelreisje
- speelruimte
- speels
- speelschuld
- speelsheid
- speeltafel
- speeltuig
- speeltuin
- speelvaart, spelevaart
- speelwagen
- speelwerk
- speelziek
- speelzucht
- speen
- speenkruid
- speenvarken
- speer
- speerhaai
- speerhaak
- speerruiter
- speersen
- speerwerpen
- speerwortel
- speet
- speetaal
- speetwet
- spek
- spekachtig
- spekbokking
- spekchinees
- spekeend
- spekelen
- speken
- spekhaak
- spekjood
- spekken
- spekkig
- spekkoek
- spekkoning
- spekkoper
- spekmaker
- speknaald
- speknek
- spekslager
- speksteen
- spekstruif
- spekstuk
- spektakel
- spektaks
- spekvet
- spekwortel
- spekzak
- spekzwoord of spekzwaard
- spel
- spelboek
- spelbreker
- speld
- spelden
- speldenbakje
- speldendoosje
- speldengeld
- speldenkussen
- speldenwerk
- speldenwerkster
- speldeprik
- spelemeien
- spelen
- speler
- spelerijden
- spelevaren
- spelfout
- speling
- spelkunst
- spelleider
- spellen
- spelletje
- spelling
- spelmethode
- spelonk
- spelregel
- spelt
- spen
- spencer
- spenderen
- spenen
- speremeid
- sperfort
- sperge
- spergelkruid
