Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- biechtkind
- biechtstoel
- biechtvader
- bieden
- bieder
- bief
- biefstuk
- biek
- biel
- bieleman
- bier
- bierazijn
- bierbottelarij
- bierbuik
- bierhuis
- bierkaai
- bierkan
- bierkelder
- bierkinnetje
- bierpap
- bierpomp
- biersoep
- biersteker
- bierstekerij
- bierstelling
- biertapper
- biertapperij
- biertje
- bierviltje
- bierwagen
- bierweger
- bies, bieze
- Biesbosch
- biesjesdeeg
- biest
- biet
- biet(en)suiker
- bietebauw
- bietekroot
- bietje
- biezen
- bifurcatie
- big, bigge
- bigamie
- biggelen
- biggen
- bignonia
- bigot
- bigotterie
- bij
- bijaldien
- bijbaantje
- bijbedoeling
- bijbegrip
- bijbehorend
- bijbel
- bijbelboek
- bijbelcommissie
- bijbelcritiek
- bijbelgenootschap
- bijbelkennis
- bijbellezing
- bijbelplaats
- bijbels
- bijbeltekst
- bijbelvast
- bijbelvertaling
- bijbelwoord
- bijbetalen
- bijbetekenis
- bijblad
- bijblijven
- bijboeken
- bijbrassen
- bijbrengen
- bijdehand, bijderhand
- bijdehandje
- bijdehands, bijderhands
- bijdraaien
- bijdrage
- bijdragen
- bijeen
- bijeenbrengen
- bijeenkomen
- bijeenkomst
- bijeenpakken
- bijeenrapen
- bijeenverzamelen
- bijeenzijn
- bijeenzoeken
- bijenarend
- bijenbrood
- bijeneter
- bijenhouder
- bijenkorf
- bijenstal
- bijenzwerm
- bijfiguur
- bijgaand
- bijgebouw
