Gepubliceerd op 11-11-2021

eindeloos

betekenis & definitie

I. bn. (1 v. e. afstand enz.; zonder einde, nergens eindigend; oneindig; zeer uitgestrekt, onafzienbaar; 2 v. e. duur, handeling: nooit ophoudend):

1. de eindeloze heide;
2. een eindeloze twist, herhaling.

II. bw. (1 zonder ophouden, zonder einde; 2 zo, dat er geen einde aan komt of schijnt te komen; 3 zeer; oneindig):

1. dat eindeloos critizeren;
2. een eindeloos lange tijd;
3. eindeloos gelukkig.