I. m. bulten (1 bochel in Z.-N. algemeen; 2 buil, bobbel):
1. een man met een bult; zich een bult lachen, onbedaarlijk;
2. het kind viel een bult aan het hoofd;
II. m. en v. bulten (bultenaar).
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
I. m. bulten (1 bochel in Z.-N. algemeen; 2 buil, bobbel):
1. een man met een bult; zich een bult lachen, onbedaarlijk;
2. het kind viel een bult aan het hoofd;
II. m. en v. bulten (bultenaar).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: