v. botsingen (1 het tegen elkaar stoten van twee voorwerpen, personen; schok, stoot; 2 v. legers: vijandelijke ontmoeting, treffen, gevecht; v. politieke tegenstanders, denkbeelden: conflict, onaangenaamheden, strijd):
1. de botsing van twee treinen;
2. bij Luik kwam het tot een botsing; botsingen tussen burgemeester en raad; in botsing met elkaar komen.