Gepubliceerd op 11-11-2021

beweren

betekenis & definitie

I. beweerde, h. beweerd (1 v. e. mening enz.: verdedigen, staande houden; dikwijls met de bijgedachte zonder deugdelijke bewijsgrond; 2 voorwenden; 3 druk praten en redeneren; 4 te zeggen, invloed, gezag hebben):

1. iets voor vast durven beweren; men beweert, dat Lucifer een politieke allegorie is;
2. de daders beweren onschuldig te zijn;
3. hij zat daar weer te beweren;
4. jij hebt hier niets te beweren.

II. zn. o.: zijn beweren staven met bewijzen.