Gepubliceerd op 11-11-2021

ambt

betekenis & definitie

o. -en (1 ambacht in de bet. v. heerlijkheid, rechtsgebied v. e. schout of drost, vero.; 2 openbare betrekking, post):

1. Ambt-Vollenhoven;
2. ambt van rechter, notaris enz.; dingen naar een ambt; een ambt bekleden; een ambt aanvaarden, in dienst treden.

< >