ambt
...
Wiktionary (2019)
ambt - Zelfstandignaamwoord 1. officiële betrekking, post die meestal van overheidswege toegekend wordt en enige vorm van gezag uitstraalt ♢ Het ambt van politieagent, minister, leerplichtambtenaar. 2. geestelijke taak of dienst die iemand beroepshalve uitvoert ♢ He...
Muiswerk Educatief (2017)
ambt - zelfstandig naamwoord 1. openbare functie bij overheid of kerk ♢ hij bekleedt het ambt van dominee Zelfstandig naamwoord: ambt het ambt de ambten
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
in de Kerk duidt naar katholieke opvatting op een geheel van instituten, waardoor de verheerlijkte Heer zijn drievoudig ambt van priester, profeet en koning onder zijn volk voortzet. Het ambt is gave Gods en orgaan van Christus; in de kracht van de Geest spreekt en handelt het „in de naam des Heren”. De ambtsdrager wordt „gesteld&...
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-en), 1. openbare betrekking waartoe men door de overheid of enig erkend gezag benoemd wordt; post, bediening : ’t ambt van burgemeester, van onderwijzer, van dijkgraaf : een ambt aanvaarden, vervullen, uitoefenen, bekleden, neerleggen ; — het verstand komt met het ambt, (meest scherts.) als men een ambt...
Winkler Prins (1949)
(1), betrekking in dienst van een openbaar lichaam. (Staat, provincie, gemeente, waterschap enz.) of van een kerk; (2) oude eenheid van plaatselijk bestuur.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: