Gepubliceerd op 11-11-2021

afstand

betekenis & definitie

m. afstanden (1 de daad van afstaan inz. het laten varen v. e. voornemen, aanspraak, recht enz.; 2 de lengte van de rechte lijn, die twee punten verbindt, de kortste weg tussen twee punten, plaatsen, ruimten):

1. afstand doen van de regering; afstand doen van bezittingen enz.; (rechtst.) afstand van een klacht;
2. een grote afstand afleggen; op eerbiedige afstand blijven; de afstand van twee tonen; z. interval; fig. iem. op een afstand houden, verhinderen familiaar te worden; zich op een afstand houden, zorgen, a) dat men niet te gemeenzaam wordt, b) dat men niet ergens in betrokken wordt; de afstand tussen hem en haar was groot, verschil in stand enz.