een omstreeks de eerste helft der 18e eeuw in het Eng. graafschap Yorkshire gefokt varkensras door kruising van de laatrijpe landrassen met Oostersche en Romaansche vroegrijpe varkens. Door de opkomst van de industrie en de snel toenemende bevolking was een grootere vraag naar vroegrijpe vleeschvarkens ontstaan.
Eerst probeerde men het met de zuivere teelt van Oostersche varkens, maar toen deze mislukte door kruising. Een der beste resultaten dezer kruising was het groot Y. v.
Het kleine en middelgroote Y. v. bleken te veeleischend te zijn en niet voldoende geschikt voor de gewone fokkerij. Het groot Y. v. is een constant ras, dat weer een enormen invloed heeft gehad op het ontstaan van nieuwe rassen, zooals het veredeld Duitsch landvarken en het Deensche landvarken, maar ook, behalve in Engeland, over de geheele wereld zuiver wordt gefokt (Duitschland: weisz Edelschwein).
Het is wit van kleur, heeft vrij korten, iets ingedeukten kop; opstaande ooren; is tamelijk vroegrijp, levert een goed slachtproduct. In Nederland vindt men het vooral in het Westen en in de prov.
Utrecht.Verheij.