Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Willaert, Adriaen

betekenis & definitie

componist. * Ca. 1480-’90 te Brugge of te Roeselare, studeerde in de rechten te Parijs, werd er leerling van Jean Mouton, reisde naar Rome en was van 1522 tot 1525 hofzanger te Ferrara, daarna trad hij in dienst bij den aartsbisschop van Milaan, Hippolytus II van Este; in 1527 werd hij aangesteld tot kapelmeester van San Marco te Venetië, welk ambt hij tot aan zijn dood (7 Dec. 1562) bleef waarnemen. Willaert beheerschte de gansche Venetiaansche muziek van zijn tijd en vormde leerlingen als A.

Gabrieli, Cypr. de Rore, Zarlino e.a. Zijn invloed gold vooral de dubbelkorige psalmen, het madrigaal en het ricercar voor orgel.

Zijn uitgebreid werk bevat missen (1536), vele bundels motetten (w.o. 4-st., 1539), psalmen (1555), madrigalen (1559), canzonen (1645), enz.Uitg.: H. Zenck, A. W.’s Sämtliche Werke (I 4-st. Motetten, 1937); Averkamp, Missa Super Benedicta (Vereen. Ned. Muz. gesch., 1926). Lenaerts.

< >