Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Vruchtbaarheidsriten

betekenis & definitie

Religieuze of magische handelingen uitgevoerd met de bedoeling de vruchtbaarheid van de aarde, de dieren of de menschen te bevorderen. Deze riten kregen een groote beteekenis in de landbouwculturen, waar ze vooral bij gelegenheid van het zaaien, maar ook bij het oogsten werden uitgevoerd. Deze zaai- en oogstriten gingen veelal gepaard met sexueele handelingen. Dit steunde op de idee, dat het levenwekken op aarde niets anders was dan de herhaling van het heilig huwelijk (hieros gamos) tusschen moederaarde en den hemelgod.

Het heilig huwelijk vond ook zijn aardsche afbeelding in de gewijde prostitutie in den dienst der vruchtbaarheidsgoden, zooals die beoefend werd in de tempels van de Babylonische Isjtar of de Canaäneesche Astarte. De Romeinsche Robigalia en Ambarvalia waren ook vruchtbaarheidsriten, die door de Kerk gekerstend werden en in de Kruisdagen en St. Marcusdag voortleven. V. leven nog voort in de folklore van verschillende streken.

Zoo wordt de lente gewekt, ingehaald; dit geschiedt door het slaan met de levensroede, waarbij dan zooveel mogelijk lawaai wordt gemaakt met schreeuwen, bellen, schieten, terwijl fakkels en brandende stokken worden gezwaaid. Vaak worden er dan ook symbolische kampstrijden opgevoerd, die moeten voorstellen, hoe de winter door de lente overwonnen wordt. Het werpen met graankorrels of met erwten naar de bruid, die op weg is naar haar nieuw tehuis, is ook als een v. te beschouwen.

De Kerk kent ook allerlei v. onder den vorm van processies, zaai- en oogstgebeden, benedicties.

Zooals uit de riten en gebeden duidelijk blijkt, hebben deze riten geen magische doch een zuiver religieuze beteekenis, wat niet wegneemt dat het volk er soms wel een bijgeloovige of zelfs magische beteekenis aan hecht. Lit.: K.L. Bellon, Inl. tot de godsdienstgesch. (1935); A. Hindringer, Fruchtbarkeitszauber (in: Lex. für Theol. und Kirche, IV, 218-219); H.Th. Fischer, Het Heilig huwelijk van hemel en aarde (1929).

Bellon.

< >