Bij vsch. volkeren van de wereld, binnen en buiten Europa, wijkt de taal, die de vrouwen onderling gebruiken, aanmerkelijk af van die der mannen onderling. Niet alleen in het woordgebruik, maar ook wat diepere punten van het grammaticaal systeem aangaat (de Caraïeben der Kl. Antillen, de Dakota-Indianen van N. Amerika, de Zoeloe ’s van Z.
Afrika etc.). De oorzaken van dit verschijnsel kunnen velerlei zijn: het natuurlijk psychologisch onderscheid tusschen man en vrouw, een sociaal rangverschil of de arbeidsdifferentiatie tusschen beide, etc. Bij de primitieve volkeren soms ook invloed van exogame roof- of koophuwelijken, sexueele taboe’s of de geheime talen der sacrale mannen- en vrouwenbonden.Wils.