Duitsch beeldhouwer en graveur. * Ca. 1440 te Neurenberg, † 1533 aldaar. Van 1447-’96 werkte hij te Krakau, daarna in zijn geboortestad. Met Adam ➝ Krafft en Peter ➝ Vischer is S. de voornaamste kunstenaar van de Duitsche laat-Gotiek in Neurenberg. Zijn snijwerk, dat gewoonlijk gepolychromeerd is, is sterk emotioneel en kenmerkt zich door een overdadig plooienspel.
Zijn vroegste werk is het Maria-altaar in de Mariakerk te Krakau; in Neurenberg: de Boodschap des Engels aan Maria, waarrond zijn beroemde Rozenkrans met de Zeven vreugden van Maria (St. Lorenzkirche). Verder zijn vooral bekend de Madonna van het huis van den kunstenaar (German. Museum, Neurenberg), en te Bamberg het hoogaltaar in de Obere Pfarrkirche, voorstellend de Vlucht naar Egypte, de Geboorte van Maria, de Opdracht van Christus in den tempel, de Aanbidding der Koningen en in het middenstuk de Aanbidding der Herders.Lit.: R. Schaffer, V. S. (1933); Katalog der Ausstellung im Germ. Museum (21933); K. Dinklage u. C.
Tb. Muller, V. S. (1933); Fr. Friedr. Leitschuh, Bamberg (1914, 154-157).