Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Tweegevecht

betekenis & definitie

of duel, privaat gevecht tusschen twee personen volgens van tevoren gemaakte afspraak. Oorspronkelijk was het t. niet strafbaar. Het speelde in het primitieve strafproces zelfs een rol bij het bewijsrecht, nl. als een vorm van Godsoordeel: de winnende partij in het t. werd beschouwd als rechthebbend in het proces. Sinds eenige eeuwen echter stelde de overheid t. strafbaar.

Vóór t. werken opvattingen in sommige groepen omtrent eer en omtrent haar handhaving, ertegen werken in het algemeen Kerk en Staat.In het Ned. strafrecht wordt de strafbaarheid van t. en van daarmee samenhangende handelingen geregeld in art. 152-156 W. v. S. Deze strafbepalingen geven afwijking van de gewone regels omtrent dooden en mishandelen. Eenerzijds worden verschillende handelingen, die t. bevorderen, zonder meer tot misdrijf gestempeld, anderzijds wordt dooden en toebrengen van lichamelijk letsel in t., mits dit volgens bepaalde gebruikelijke regels plaats heeft gehad, minder zwaar gestraft. In Ned. komen blijkbaar t. en daarmee samenhangende handelingen zelden of nooit voor. Pompe.

Belgisch recht. De Belg. wet straft degenen, die uitdagen tot t. of hetzelve uitlokken door spotternijen of beleedigingen, en hen, die getuigen zijn. De straffen voor slagen en verwondingen in t. zijn over het algemeen zwaarder dan de straffen voor andere slagen en verwondingen, doch indien in het t. een tegenstander gedood is, wordt de straf van levenslangen dwangarbeid herleid tot een gevangenis van een tot vijf jaar.

Bijzondere regelen zijn ook voorzien in geval van herhaling. Collin.

Moraal. Een oer-oude vorm van tweegevecht, om door den strijd van enkelen dien der legers te vervangen, gelijk men dat in 1 Reg. 17 en ook in de profane oude geschiedenis wel aantreft (Ilias III en IV), kan allicht gebillijkt worden. Verder valt natuurlijk geen bezwaar te maken tegen een ongevaarlijken wapenhandel als spel of met sportieve strekking (ridderlijk tournooi, schermen etc.). Maar het echte t,, dat, zoo al niet het dooden, dan toch het treffen en verwonden van den tegenstander tot inzet heeft, is in strijd met de Christelijke moraal en met de natuurwet zelf, die verbieden zichzelf of anderen te dooden of te verminken of het daar op aan te leggen of zich aan gevaar daarvan bloot te stellen. Bij het t. als Godsoordeel misdoet men bovendien door God op de proef te stellen ; en het t. om de eer te wreken of te handhaven gaat uit van een geheel valsch en onchristelijk georiënteerd eerbesef. Daarom heeft de Kerk van het begin af het t. veroordeeld en er zware kerkelijke straffen op gesteld.

Van groote beteekenis zijn vooral geweest de veroordeeling door het Conc. van Trente (cap. Detestabilis, de Reform, sess. 25, c. 19) en de Bulle van Benedictus XIV Detestabilem (1752). Volgens het tegenwoordig geldende recht worden allen, die zich aan dit misdrijf schuldig maken, of daartoe uitdagen of een uitdaging aannemen, en verder ook allen, die een t. uitlokken of daartoe op eenigerlei wijze medewerken, bestraft met den kerkelijken ban (can. 2351); zij, die in een t. of tengevolge van verwondingen in een t. opgeloopen, omkomen, mogen niet kerkelijk begraven worden, als ze tenminste niet voor hun dood teekenen van inkeer en berouw hebben gegeven (can. 1240). Deze veroordeeling en bestraffing betreft het t. in al zijn verschillende vormen: ook het zgn. t. „tot het eerste bloed vloeit” en de zgn. „Mensur” van de Duitsche studentenwereld. Buys.

Lit.: Aertnys-Damen, Theol. mor. (I 121932, 584 vlg.); Staatslex. d. Görres-Ges. (s.v. Zweikampf; V 51932,1728).