Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Sofia

betekenis & definitie

Hoofdstad van Bulgarije (III 672 E3), 550 m boven zee op een klein plateau tusschen Witosja en Balkan, centraal gelegen op het Balkan-Schiereiland op het kruispunt van twee belangrijke wegen (thans spoorwegen), nl. de lijn Belgrado—Stamboel en die van Saloniki naar den Beneden-Donau langs Stroema en Isker. Met de snelle toename van het aantal inw\, 1910: ca. 103 000, 1934: ca. 288 000, ging een moderniseering gepaard van het stadsbeeld, dat beheerscht wordt door de vergulde koepels van de Alexander-Newski-kathedraal.

S. bezit een kon. paleis, vsch. regeeringsgebouwen, een univ., meerdere middelb. scholen en bibliotheken en een rijksmuseum, en is de zetel van den exarch, hoofd der Bulg.-Orthod. Kerk en van een R.K. apost. vicaris.

De stad bezit een levendige industrie: zijde, wol, leer, bier, spiritus, papier.Geschiedenis. In de Oudheid werd S. Sardica genoemd; er werd in 343 een synode gehouden (→ Sardica). In 809 werd S. door Bulgaren. 1382 door Turken, 1878 door Russen veroverd; werd vanaf dit laatste jaar hoofdstad van het nieuwe Bulgarije. Hork.

< >