Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Soda

betekenis & definitie

is chemisch gesproken natriumcarbonaat, Na2CO3, watervrij, met één molecuul kristalwater (sel de soude) of met tien (de in de huishouding gebruikte kristalsoda). S. wordt sinds overoude tijden gewonnen uit de soda-meren van Egypte (➝ trona), in WestEuropa uit de asch van strandplanten.

Met toenemend gebruik van zeep en glas was deze bron onvoldoende; derhalve schreef de Fransche Academie van Wetenschappen in 1775 een prijsvraag uit betreffende een bereidingswijze van s. uit keukenzout. Deze werd beantwoord door ➝ Leblanc, welke een proces voorsloeg en later ook in practijk bracht, hetwelk (behalve keukenzout) kalksteen en zwavelzuur als grondstoffen gebruikte; zoutzuur was een bijproduct van dit „Leblanc-proces”, dat tot 1870 alle soda leverde en bovendien de ruggegraat van de chemische industrie van die dagen was.

In genoemd jaar lukte het aan Solvay volgens reeds lang bekende reacties soda ook technisch te winnen; ook hier zijn keukenzout en kalksteen grondstoffen, terwijl ammoniak voor de chemische omzettingen noodig is, maar weer terug wordt verkregen („ammoniak-soda-proces”). Tientallen jaren vochten de beide processen om den voorrang.

Het resultaat is, dat tegenw. nog slechts enkele Leblanc-fabrieken bestaan. Den laatsten tijd wordt in de Ver.

Staten ook weer veel natuurlijke s. gewonnen.De productie van s. bedraagt ca. 4 millioen t per jaar, waarvan ong. ⅓ verbruikt wordt door de glasindustrie, ⅓ door de chemische industrie, 1 ⅙ voor de bereiding van zeep en 1/12 in de huishouding. Er wordt bovendien ca. 1 millioen t bereid als tusschenproduct bij de fabricage van natronloog. Voornaamste productielanden: Ver. St. v. N. Amer., Gr. Brittannië, Duitschland, Frankrijk. — Voor bijtende, caustische of caustieke soda, zie ➝ Natriumhydroxyde.

Lit.: H. Molitor, Die Fabrikation der S. (1925); v. Oss, Warenkennis en Technologie (I 1937).