Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Sjriwidjaja

betekenis & definitie

(Sanskrit, = zegenrijk en aloverwinnend), naam van de hoofdstad van een machtig rijk aan de Straat van Malaka, vermoedelijk identiek met het huidige Palembang, in de Oudheid aan de Arabieren bekend onder den naam Sriboeza, aan de Tamils als Sriwisaja, aan de Chineezen als Se-li-fo-tse of Tsje-li-woe-je. Wellicht wordt S. reeds vermeld in een Chineesch geschrift van 392 n.

Chr., doch met zekerheid constateeren wij zijn bestaan in 670. Zeer gunstig gelegen aan de Straat van Malaka, voert het een levendigen handel met de overige zeestaten van Z. en Z.O.

Azië, en wordt daardoor het Singapore van de Oudheid. Na de rijken Bangka en Oud-Malajoe verdrongen te hebben en na zich van den Malakaanschen Ovenval meester gemaakt te hebben, wordt het de groote zeemogendheid van Z.O.

Azië, en als zoodanig weet het zich ongeveer 6 eeuwen te handhaven. Vorsten uit het Sjailéndra-geslacht vinden wij van 750 tot 850 over Midden-Java regeeren, en daar wij dezelfde vorsten in dien tijd in S. aantreffen, is de vraag gerezen, of S. toen Midden-Java overheerschte of omgekeerd; Stutterheim verdedigt het eerste, Krom en Bosch verdedigen het tweede standpunt; de kwestie is van belang, omdat, indien het tweede standpunt juist is, de groote bouwwerken van Midden-Java (Boroboedoer, enz.) onder invloed van S. tot stand zouden zijn gekomen.

Omstreeks 990 breekt er een strijd om de hegemonie uit tusschen S. en Oost-Java, die met de vernietiging van Oost-Java in 1006 beslecht schijnt. Een inval der Tsjola’s van Zuid-Indië in 1023 en 1024, die tot een voorbijgaande bezetting van S. leidt, geeft Oost-Java gelegenheid om zich te herstellen, en er komt dan een entente tot stand, die S. de heerschappij in het Westelijk deel van den Indischen Archipel laat en Oost-Java de heerschappij in het Oosten.

In de 12e eeuw verzwakt S. echter door de opkomst van het tweede rijk Malajoe, en in de tweede helft van de 13e eeuw wordt het door Krtanagara van Singhasari aan Oost-Java onderworpen. Behalve een handelscentrum was S. een brandpunt van geestelijk leven; er woonden in de eerste eeuwen van zijn bestaan vele Boeddhistische geleerden en een deel van de Chineesche Boeddhistische litteratuur is in S. ontstaan.Lit.: N. J. Krom, Hindoe-Javaansehe Geschiedenis (1931).

< >