Augustijner koorheer, mystiek theoloog, † 10 Maart 1173. R., van geboorte een Ier, trad te Parijs in het klooster Sint Victor, waar hij 1162 prior werd.
Hij was leerling van ➝ Hugo van Sint-Victor. R. kende de wijsbegeerte van zijn tijd, maar achtte die gevaarlijk voor de theologie en wijdde zich in hoofdzaak aan de mystiek.
Hij schreef twee werken over meditatie en contemplatie: Benjamin minor en Benjamin major; een Liber excerptionum, compendium van het Didascalicon van Hugo. Zijn dogmatisch werk De Trinitate in zes boeken is van waarde voor de geschiedenis der Scholastiek.
Zijn exegetische werken zijn overwegend mystisch-allegorisch. Uitg.: Migne, Patrol. Lat. (dl. 196).— Lit.: Manitius, Gesch. lat.
Lit. d. Mittelalters (III 1931); Sassen, Gesch. d. patrist. en middeleeuwsche wijsbegeerte (21932).Franses.