Politieke beweging, ca. 1934 in België ontstaan onder de leiding van Léon Degrelle (* 1905). Rex was aanvankelijk de naam van den uitgeversdienst van het A.
C. J.
B., de Katholieke Belgische jeugdorganisatie. Het bestuur van dien dienst was aan Degrelle opgedragen.
Aanvankelijk stelde deze zijn onmiskenbare talenten van polemist en redenaar ten dienste van het Christus-Koning-ideaal (vandaar de naam Rex). Langzamerhand echter helde hij naar de politiek over, scheidde zich van het A.
C. J.
B., dat op zuiver godsdienstig terrein wenschte te blijven, kwam in Nov. 1934 in openlijk verzet tegen den conservatieven vleugel van de Kath. staatspartij en nam als afzonderlijke groepeering deel aan de wetgevende verkiezingen van 1936. De Rexisten bekwamen ongeveer 275 000 stemmen en 21 zetels, wat terecht als een groot succes werd gevierd.
Hoewel in vele opzichten nog weinig afgelijnd, kan het programma van de nieuwe partij als volgt samengevat worden: strijd tegen de politieke partijen en hun corruptie, erkenning van de rechten der natuurlijke groepeeringen, als daar zijn: huisgezin, beroepsorganismen, staat, oplossing van het taalvraagstuk door toekenning van gelijke rechten aan Vlamingen en Walen in het kader van den Belg. staat, gelijkheid in feite en in rechte van het Kath. vrij onderwijs en de staatsscholen. Een intense propaganda met massa-vergaderingen en aanklachten wegens corruptie tegen vooraanstaande persoonlijkheden uit de politieke sferen moet het rexistisch ideaal overal doen doordringen.
Meer dan eens hebben de bisschoppen voor de gevaren en gevolgen van het onstuimig Rexisme gewaarschuwd.Lit.: Jean Denis, Bases doctrinales de Rex (1936); Marcel Laloire, La Mystique et la Doctrine de Rex (in: La Vie intellectuelle, Febr. 1937). De Schaepdrijver.